Waarschijnlijkheid van verdelingen.
Welke score een bepaald contract oplevert, veronderstellen we bekend; daarvoor zijn er trouwens allerlei tabellen te vinden, ook op het internet. Maar bij wedstrijden wordt de op een spel behaalde score vertaald naar een ander resultaat. Hoe dat gebeurt hangt af van de soort wedstrijd. De meest bekende wedstrijdvormen zijn: Paren en Viertallen. Parenwedstrijden. Hier wordt een spel door meerdere spelers gespeeld, afhankelijk van het aantal paren in de groep en het aantal tafels. Als een spel 6 keer gespeeld wordt, zijn er dan 6 scores op dat spel behaald. Bij het berekenen van de uitslag worden de scores op elk spel met elkaar vergeleken. Wie de laagste score haalt krijgt 0 matchpunten, die daarboven 2, dan 4 enzovoort. De hoogste score heet ook wel de Top en bedraagt (aantal scores x 2) - 2. Bij 6 scores is de top dus 2*6 - 2 = 10 m.p. Als één paar 3SA+2 maakt en er is één paar met 3SA contract en de rest maakt 3SA+1, dan krijg je een score tabel van 0, 5, 5, 5, 5, 10 m.p. (de rest deelt de scores 2, 4, 6, 8). Als iedereen 3SA precies maakt en jij gaat down, krijg je 0% maar als je +1 maakt: Top. De matchpunten worden meestal weer omgerekend naar procenten van de Top. Viertallen wedstrijden. Hier gaat het iets anders. 2 paren spelen als team tegen 2 andere paren en een spel wordt maar 2x gespeeld: één keer door Team A in de NZ richting en één keer door Team B in de NZ richting en daarna worden de scores vergeleken.
Overzicht veel toegepaste conventies.
Onderstaande lijst is alleen maar bedoeld om er kennis van te nemen, zodat je een globaal idee hebt wat er aan de hand is als je tegenstanders je vertellen dat ze een van deze conventies spelen. We herhalen het nog maar eens: we willen de beginnende bridger beslist niet aanmoedigen om al deze conventies in het bied-pakket op te nemen. We raden aan om vooral de basistheorie grondig te gaan beheersen. Pas op het moment dat je zelf ontdekt dat er situaties zijn waarin het bieden met de standaard theorie niet helemaal goed gaat, zou je kunnen overwegen of je tijd en energie wilt steken in het leren van iets nieuws, én risicovols, want met het toepassen van alle nieuwe conventies zijn (in het begin en later) ongelukjes te verwachten.
Het standaard NBB bied-systeem heeft als uitgangspunt om 1 of 1 te openen met tenminste 5 kaarten in die kleur. De consequenties daarvan zijn dat met een 4-3-3-3 of 4-4-3-2 verdeling er een probleem ontstaat. In Nederland is het gebruikelijk om vast te houden aan de ruiten opening met een vierkaart ruiten, en als gevolg daarvan moet een 1 opening soms op een doubleton gedaan worden. Er zitten zeker voordelen aan deze aanpak, maar ook nadelen, zoals de onzekerheid van het aantal klaveren in een 1 opening. Daarom spreken veel paren af dat op een 1 opening niet gepast mag worden; een bod van 1 belooft dan 0-5 punten of echte ruiten. Mooi gevonden, maar dat brengt weer andere onduidelijkheden met zich mee. Voorlopig maar niet doen... Veel bridgers beweren dat het systeem 5-kaart hoog superieur is aan het 'ouderwetse' Acol waarin elke kleur opening vanaf een 4 kaart wordt gedaan. Dat is echt onzin. Berry Westra is in 1993 wereldkampioen geworden, gewoon met Acol, 'alles vierkaarten'. Ook nu zijn er nog bridgers die dit per se zo willen spelen.
In dit geval biedt de 4e kleur conventie uitkomst. Er zijn door de eigen partij al 3 kleuren geboden, en het is vrijwel uitgesloten dat er een fit in de 4e kleur (ruiten in dit voorbeeld) is. Het bieden van de 4e kleur (hier 2) is een 'vraagbod' en zegt niks over het eigen bezit in die kleur. Integendeel, met iets in ruiten zou Oost wel 3SA geboden hebben. Het vierde-kleur bod vraagt naar een nadere omschrijving van de hand van partner. De antwoorden op de vraag zouden hier kunnen zijn:
Deze conventie heeft zijn nut bewezen en wordt door alle wedstrijdbridgers gespeeld. Hij treedt in werking als er (door de eigen partij) 3 kleuren geboden zijn, en de boodschap is: "Partner, ik denkt dat we een manche gaan spelen. Laten we eens uitvissen wat de beste is."
We volstaan met deze korte behandeling, maar wijzen er op dat de 3 gegeven mogelijke antwoorden hier ook in volgorde van voorkeur staan.
Er zijn veel variaties in de manier waarop naar Azen wordt gevraagd. De standaard variant is de 4SA Blackwood, waar op 5-niveau het aantal Azen wordt getoond. Onder wedstrijdbridgers verheugt de Roman Key Card (RKC) Blackwood variant zich in stijgende populariteit. Het bijzonder aan deze variant is dat (als de troefkleur vaststaat) ook troef Heer als een Aas wordt geteld. Er zijn dan vijf 'Azen' of, beter gezegd, sleutelkaarten (keycard) in omloop. Deze conventie is bedacht om deze zeperd te voorkomen.
Negatief Doublet
In de cursussen zijn we tot op heden 2 soorten doubletten tegengekomen: het strafdoublet en het informatie doublet. In hoofdstuk 9 van deze cursus hebben we al afgesproken dat een doublet op deelscore niveau informatief is zolang partner nog niet geboden heeft. Dat is een simpele en heldere basisafspraak, maar er zijn nog meer conventionele doubletten in omloop. De belangrijkste is het negatief doublet. Dat treedt in werking na een kleur opening van partner en een kleur volgbod en de rechter tegenstander.
Het negatieve doublet biedt een oplossing voor dit soort problemen. Het toont minimaal 6 punten met een vierkaart in de andere hoge kleur. Een volledige behandeling voert hier te ver en kan een hele les vergen. Er zijn overigens zoveel variaties op het negatief doublet dat veel spelers door de bomen het bos niet meer zien en geen straf- van een negatief doublet meer kunnen onderscheiden. De bridgers die zich aan de eenvoudige regels uit deze cursus houden zijn veel beter af.
In hoofdstuk 8 hebben we kennis gemaakt met de Zwakke Twee openingen. Een ingenieus alternatief voor de Zwakke Twee is de Multi 2 opening. Het idee hierachter is dat het economischer is met één openingsbod verschillende alternatieven aan te kunnen geven. De Multi 2 opening kan de volgende betekenissen hebben
Wie multi speelt, opent al deze handen met 2! Het zal duidelijk zijn dat de antwoordende hand niet mag passen op 2. Het gebruikelijke antwoord is 2, een relais of afwachtbod, waarop de openaar zich nader gaat verklaren. Met een zwakke 2 in zal de openaar passen of anders met 2 (zwak) 3/ (sterk) zijn lange kleur tonen of met 2SA zijn sterke verdeelde hand. Waarom niet iedere bridger deze Multi wil spelen?Het eerste bod is makkelijk, maar daarna moet je uitzoeken wat er gaande is; een heel gedoe. Omdat de openaar met een zwakke 2 in zal passen, moet een partner met een heel sterke hand (15 punten of meer) iets anders bieden dan het standaard afwachtbod. Wie tegenover een zwakke 2 hand een poging wil wagen voor de manche moet dan 2SA antwoorden. Dat is een forcing vraagbod en voor het antwoordenschema op het 2SA vraagbod zijn wel 3 verschillend versies in omloop. Er is veel materiaal over te vinden, maar beslist geen aanrader voor de beginnende bridgers en we laten het nu ook voor wat het is.
Wie Multi speelt in plaats van de zwakke twee kan afspreken dat een opening van 2 of 2 gewoon weer een sterk spel van 8 of 9 speelslagen belooft. Wedstrijdbridgers zijn echter gek op zwakke openingen, waarmee ze de tegenpartij (en vaak zichzelf) het leven zuur maken. Om die reden is de Muiderberg conventie populair. De openingen 2 en worden gebruikt om een zwak twee kleuren spel aan te geven: precies een vijfkaart in de geboden hoge kleur en een onbekende vierkaart of langer in klaveren of ruiten. De puntengrens is 6-10 punten.
Wie na een opening van de tegenpartij een lange kleur heeft doet een volgbod. Met steun voor alle ongeboden kleuren is een informatie-doublet ideaal. Handen met twee uitgesproken kleuren (vijfkaarten, bijvoorbeeld) zijn een probleem. Als je een volgbod in één van je kleuren doet, loop je de kans de beste fit te missen en met een informatie doublet zul je altijd zien dat je partner je korte kleur biedt. Dat wil je niet en daarom bestaan er een heleboel conventies om twee-kleurenspellen aan te geven. We bespreken er vier (in het kort).
1. Unusual 2SA
Dit is de meest bekende conventie om na een vijandelijke kleuropening een twee-kleurenspel te tonen. Het 2SA bod wordt gebruikt om (na ene kleuropening op 1 niveau) een 5-5 verdeling in de laagste twee ongeboden kleuren aan te geven.
2. Michaels Cuebid
Bij deze conventie wordt de kleur van de tegenpartij gebruikt om een twee-kleuren spel aan te duiden. Na een 1 of 1 opening toont het cue-bid (2 cq 2) een vijfkaart in de andere hoge kleur en een vijfkaart in een (nog onbekende) lage kleur. Na een 1 of 1 opening belooft het cue-bid een 5-5 in de hoge kleuren.
3. Ghestem
Hier wordt naast 2SA en het cue-bid ook het volgbod van 3 gebruikt om een twee-kleurenspel aan te geven.
4. Unusual 4SA
Deze conventie lijkt veel op de unusual 2SA en wordt vaak gebruikt om een 2-kleuren spel (meestal in de lage kleuren) aan te geven als de tegenpartij snel 4 of 4 biedt.
Deze conventies worden gebruikt om na een vijandelijke 1SA nog in de bieding te komen met een 1- of 2-kleurenspel. Landy is vrij simpel, Multi-Landy tamelijk ingewikkeld. Na een 1SA opening bij de tegenpartij is een doublet voor straf, en dus is er geen informatie-doublet beschikbaar. Met een interessante verdeling kun je dus alleen via een volgbod in een kleur in de bieding komen. Dat is prima als je een uitgesproken kleur hebt. Met twee kleuren moet je kiezen en bestaat het gevaar dat de beste fit wordt gemist. Dat is met name pijnlijk als je twee lange kleuren in harten en schoppen hebt. f
Landy
De Landy conventie heeft als doel daar een eind aan te maken en beide hoge kleuren in beeld te brengen. Het 2 volgbod wordt dan ook gebruikt om beide hoge kleuren aan te geven. Gangbaar is dat dit een 5-5 verdeling belooft. Nadeel: het traditionale 2 volgbod voor 'echte' klaveren kun je niet meer gebruiken.
Multi-Landy
In Multi-Landy wordt de Landy conventie gecombineerd met de Multi en Muiderberg als volgbod, beiden hierboven besproken. Het biedschema ziet er als volgt uit: