Tijdens de cursussen kon je rustig je gang gaan met bieden. In de wedstrijdpraktijk zul je merken
dat de tegenpartij je niet zomaar je gang laat gaan, door zich ook met het bieden te bemoeien. Met een
goede lange kleur, minimaal een 5-kaart, wordt al snel een volgbod gedaan, zeker als dat op 1-niveau kan.
Met het plaatsen van een volgbod heb je als verdediger 3 doelstellingen:
- je hoopt het contract te kunnen stelen en minder punten punten te verliezen dan de andere partij kan winnen
- je maakt het de tegenstanders moeilijk om het correcte bod te bereiken
- je geeft partner een aanwijzing voor de uitkomst
1 | W
| N
| O 1 | Z 1 |
|
|
| | Na een 1 opening zullen de meeste bridgers met deze hand 1 volgen.
Anders dan bij een openingsbod is een volgbod niet gebonden aan een bepaalde hoeveelheid
punten. Je belooft slechts een lange goede kleur waar in je een aantal slagen gaat maken. | Na een 1 opening zullen de meeste bridgers met deze hand 1 volgen.
Anders dan bij een openingsbod is een volgbod niet gebonden aan een bepaalde hoeveelheid
punten. Je belooft slechts een lange goede kleur waar in je een aantal slagen gaat maken. | |
De vraag is natuurlijk wel wanneer een kleur goed genoeg is om te volgen. We tellen daarvoor het slagen dat we
(vrijwel) zeker zullen gaan maken als die kleur troef wordt, en hanteren de volgende vuistregel:
- Bekijk de hoogdste 3 kaarten van de lange kleur die je troef wilt maken, en tel de zekere slagen.
- tel het aantal verdere kaarten in die kleur daarbij op: dat zijn ook vaste slagen.
- tel het aantal andere (vrijwel) zeker slagen in je hand
In voorbeeld 1 tel je dus 1 vaste slag bij de top-3 en 2 lengte slagen in schoppen. Samen met
A kom je dan aan 4 slagen. Voor je contract kom je weliswaar 3 slagen te kort maar een verder
uitgangspunt is dat we niet-kwetsbaar 3 slagen te kort mogen komen en wel kwetsbaar 2 slagen. Met 4 slagen is een
volgbod op 1-niveau dus nog net verantwoord in de niet-kwetsbare positie, maar niet als je wel kwetsbaar bent.
Voor een volgbod op 2 niveau heb je dus een slag meer nodig en dus ook meer speelkracht.
|
|
Na een 1 opening rechts is de linkerhand niet goed genoeg om te volgen. De rechterhand
heeft een extra klaveren en dat maakt 2 verantwoord.
Soms laat je je beslissing om te volgen ook afhangen van de biedruimte die je voor de tegenstanders wegneemt.
|
Na een opening van 1 maak je met een volgbod van 1 het de tegenstanders veel lastiger
dan met een 1 bod. Die zullen nu veel meer moeilijkheden hebben om bv achter een harten fit te komen. Je laat dus
een twijfelachtig ruiten volgbod achterwege, maar een twijfelachtig schoppen volgbod doe je wél. Ook het bezit van AH in de kleur
kan doorslaggevend zijn om te volgen, want in dat geval wil je dat partner met die kleur uitkomt.
Met volgbod moet je niet al te veel water in de wijn doen. Partner zal immers 'altijd' in je volgkleur
uitkomen, want dat is een van de boodschappen. Partner zal op je rekenen, dus moet je
voldoende kwaliteit in huis hebben. Zoals gezegd, een volgbod is tamelijk dwingend voor de uitkomst.
Partner kan 3 redenen hebben om niet in jouw kleur uit te komen
- Hij heeft ze niet.
- Hij heeft een verdraaid goede andere reden om dat niet in jouw kleur uit te komen: Singleton, dus vragend om een introever, AHV in een andere kleur oid.
- Hij geeft te kennen eigenlijk toch liever met een andere partner te willen gaan spelen.
- nou ja, de stelregel is 'Géén gezeur, dit is de kleur'
Het volgbod van 1SA en het sprongvolgbod zijn wel gebonden aan nauwkeurig punten grenzen.
- 1SA volgen belooft ook 15-17 punten maar nu met (liefst dubbele) dekking in de openings kleur.
- Een sprongvolgbod, bv 1 - 1 belooft een goede 6 kaart met 13-15 punten
|
|
Na een 1 opening volg je 1SA, maar de harten dekking is absoluut noodzakelijk.
In het rechter voorbeeld is 3 het goede bod. Je omschrijft je hand precies.
|
De regels voor het volgen waren al anders dan bij een gewone opening (gebaseerd op speelslagen, resp puntenkracht) en dat geldt ook voor
het bijbieden. Het volgbod kun je eventueel al steunen op een 3-kaart, maar je hebt ook nog wat punten nodig. Had je voor een bijbod na een gewone
opening van partner 6 punten nodig om te bieden, zul je bij een volgbod vaak wat méér nodig hebben. Partner hoeft immers niet veel punten te hebben,
en was bereid om enig risico te lopen (2, 3 down) maar dat moet je ook niet te gek maken, want de kunst is
om niet te veel punten te gaan verliezen als de tegenpartij gaat doubleren.
2 | | | Bijbieden of passen ? | Bijbieden of passen ? | Bied gerust 2. Een contract op 2-niveau is meestal goed speelbaar. En als partner
maar 8 punten heeft? Dan heeft de andere partij met samen 25 een manche in handen en is het
niet erg als 2 gedoubleerd down gaat. |
3 | | | Bijbieden of passen ? | Bijbieden of passen ? | Hier moet je passen. Bied vooral niet 1SA om je 6-9 punten te laten horen. Met zijn volgbod vertelde partner
alleen maar slagen te kunnen maken als harten troef is. In SA loopt dat dan meestal fout af. |
4 | | | Bijbieden of passen, of iets anders? | Bijbieden of passen, of iets anders? | Hier zou 1SA nog net kunnen, met dekkingen in alle andere kleuren. Bedenkt dat de tegenpartij
samen minstens 19 punten heeft. Met jou 11 blijft er voor partner niet zoveel over. | Wie na partners volgbod een nieuwe kleur biedt belooft daarmee ook minimaal een 5-kaart en ontkent in beginsel
steun voor partners volgbod. Bedenk wel dat het allerminst zeker is dat parter op zijn beurt steun voor jouw
kleur heeft. Wees dus voorzichtig en introduceer alleen als jouw kleur net zo robuust is als een goed volgbod,
én als je geen steun hebt voor zijn kleur.
5 | | | Bijbieden of passen, of iets anders ? | Bijbieden of passen, of iets anders ? | Steun met 2. Als dat contract gespeeld gaat worden, komen je schoppen heus goed van pas. Ze zijn echter
niet robuust genoeg als alternatief voor de harten, én je hebt mooie harten steun. |
Bijbieden na partners volgbod:
- steunen met een 3-kaart en vanaf een punt of 7; kwetsbaar wat meer.
- Steunen met sprong, vanaf 11-12 punten
- 1SA ontkent fit en toont 11-12 punten
- nieuwe kleur ontkent fit en toont vanaf 10 punten
- al deze biedingen zijn niet-forcing, dus partner mag er op passen.
NB. met een supersterke hand wil je vaak zelf een manche gaan spelen. Als je nog niet weet wat de kleur
moet worden is een bod in de openingskleur van de tegenpartij vaak een oplossing (een cue-bod)
Als je een SA contract moet spelen ga je eerst een speelplan maken. Je telt het aantal vaste
slagen (raapslagen) dat je zomaar kunt maken. Meestal kom je dan een paar slagen te kort en
die zullen dan ergens vandaan moeten komen. Het opsporen van een werkkleur is dan cruciaal,
want zo'n kleur kan je die extra slagen gaan opleveren.
6 | | B76
|
| | | N W --|-- O Z | | | HV3
|
| |
|
| Dit is een werkkleur. Door A te verdrijven maak je nog 2 slagen | Dit is een werkkleur. Door A te verdrijven maak je nog 2 slagen | | B76
|
| HV3
|
| | | | B76
|
| HV3
|
| | | |
|
7 | | V765
|
| | | N W --|-- O Z | | | AHB2
|
| |
|
| Dit is geen werkkleur: hij levert al 4 slagen op. | Dit is geen werkkleur: hij levert al 4 slagen op. | | V765
|
| AHB2
|
| | | | V765
|
| AHB2
|
| | | | |
8 | | AV65
|
| | | N W --|-- O Z | | | B103
|
| |
|
| A is een vaste slag. Je kunt werken met de kleur en
extra slagen maken door te snijden op Heer bij West. | A is een vaste slag. Je kunt werken met de kleur en
extra slagen maken door te snijden op Heer bij West. | | AV65
|
| B103
|
| | | | AV65
|
| B103
|
| | | |
|
9 | | B72
|
| | | N W --|-- O Z | | | 1082
|
| |
|
| Dit is geen werkkleur. Al jou kaarten vallen onder AHV van de tegenstanders.
Er valt niks te verdienen. | Dit is geen werkkleur. Al jou kaarten vallen onder AHV van de tegenstanders.
Er valt niks te verdienen. | | B72
|
| 1082
|
| | | | B72
|
| 1082
|
| | | | |
10 | | AB65
|
| | | N W --|-- O Z | | | V832
|
| |
|
| Hierbij kun je aan het werk. Je kunt 4 slagen maken door een kleintje naar de Boer te spelen.
Zie je dat 10 een slag wordt als je de Vrouw voorspeelt? | Hierbij kun je aan het werk. Je kunt 4 slagen maken door een kleintje naar de Boer te spelen.
Zie je dat 10 een slag wordt als je de Vrouw voorspeelt? | | | AB65
|
| V832
|
| | | | |
De kleur waarin je de meeste slagen kunt ontwikkelen is de meest aantrekkelijke werkkleur. Die zul je normaliter
dan ook als eerste aanspelen. Meestal is dat ook de langste kleur.
11 | Contract 1SA Uitkomst 4 | | | | | | | | | Je telt 3 vaste slagen (AH en A) en hebt dus 4 extra slagen nodig voor het maken
van je contract.
De meest aantrekkelijke kleur om aan te werken is klaveren: die kunnen 3 of 4 slagen
opleveren. Die moeten dan wel vanuit Zuid worden aangespeeld. Neem de uikomst met de Aas (in Zuid dus)
en speel 10 voor om op de Vrouw te snijden. Herhaal de operatie. Er zal ook nog wel een slag uit
de schoppen komen en misschien zit H ook wel goed, maar het aanspelen van de klaveren heeft voorrang. | | Je telt 3 vaste slagen (AH en A) en hebt dus 4 extra slagen nodig voor het maken
van je contract.
De meest aantrekkelijke kleur om aan te werken is klaveren: die kunnen 3 of 4 slagen
opleveren. Die moeten dan wel vanuit Zuid worden aangespeeld. Neem de uikomst met de Aas (in Zuid dus)
en speel 10 voor om op de Vrouw te snijden. Herhaal de operatie. Er zal ook nog wel een slag uit
de schoppen komen en misschien zit H ook wel goed, maar het aanspelen van de klaveren heeft voorrang. |
Er zijn ook uitzonderingen. Je gaat niet altijd op de langste kleur af.
12 | Contract 3SA Uitkomst H | | | | | | | | | Je telt 7 vaste slagen (4 in , 2 in en 1 in ) en hebt er nog 2 nodig voor het contract.
Klaveren en ruiten zijn weliswaar de langste kleuren maar daarin is niet genoeg te verdienen. Beter is om
B te spelen en de Aas te verdrijven: dat levert 2 slagen op. | | Je telt 7 vaste slagen (4 in , 2 in en 1 in ) en hebt er nog 2 nodig voor het contract.
Klaveren en ruiten zijn weliswaar de langste kleuren maar daarin is niet genoeg te verdienen. Beter is om
B te spelen en de Aas te verdrijven: dat levert 2 slagen op. |
| Maak altijd een speelplan.
In een SA contract tel je de vaste slagen.
Kijk hoeveel slagen er tekort zijn en kies een werkkleur om aan extra slagen te komen.
| |
Wie met bridgen begint, leert om uit te komen met de beeldzijde van de kaart naar beneden, en
daarna aan partner te vragen of hij kan uitkomen. Zolang de kaart dicht ligt mag iedereeen nog
informatie vragen over het biedverloop. Dat heeft grote voordelen, vooral als het helemaal je beurt niet was om uit te komen.
Als iemand zegt dat het je beurt niet is, mag die (dichte) kaart zonder gevolgen worden
teruggenomen en zal er uit de goede kant kunnen worden uitgekomen.
In de praktijk zal het iedereen wel eens overkomen dat hij tóch eens met een open
kaart uitkomt terwijl het zijn beurt niet is. Iedereen heeft dan die kaart kunnen zien,
en die mag dan niet zomaar worden terug genomen.
| Oost heeft niet goed opgelet en start voor zijn beurt met 3 die hij direct open op tafel legt.
West had natuurlijk moeten beginnen en iedereen heeft de kaart gezien, en geregistreerd dat Oost
(kleintje belooft plaatje) dus iets moois in heeft en dat is ongeoorloofde informatie op voor West.
Daar moet de arbiter dus aan te pas komen, want de regels voor schadeloosstelling zijn een beetje
ingewikkeld. | | Oost heeft niet goed opgelet en start voor zijn beurt met 3 die hij direct open op tafel legt.
West had natuurlijk moeten beginnen en iedereen heeft de kaart gezien, en geregistreerd dat Oost
(kleintje belooft plaatje) dus iets moois in heeft en dat is ongeoorloofde informatie op voor West.
Daar moet de arbiter dus aan te pas komen, want de regels voor schadeloosstelling zijn een beetje
ingewikkeld. |
De arbiter zal Zuid een keus laten maken uit 2 reglementaire mogelijkheden:
- Zuid kan de uitkomst accepteren, en zelfs kiezen of hij zelf Leider blijft danwel dummy wordt (hij legt
zijn kaarten dan neer). Er is geen schade aangericht en het spel gaat gewoon verder.
- Zuid accepteert de uitkomst niet. In dat geval gaat de als gespeelde 3 terug en moet West uitkomen.
Maar omdat de getoonde kaart nuttige informatie voor West oplevert moet daar dus iets aan gedaan worden en de arbiter zal
Zuid de volgend keuzes bieden:
- Zuid kan een schoppenstart door West eisen of verbieden, de kaart gaat terug in de hand en
West moet zolang hij aan slag blijft aan het gebod of verbod van Zuid blijven voldoen.
- Zuid kan West vrijlaten in zijn uitkomst kleur. Dan blijft 3 op tafel liggen als een strafkaart
en Oost moet die kaart bij de eerste gelegenheid verplicht bijspelen. Als Zuid bijvoorbeeld 9 zou spelen
(West de 6, Noord de 7) moét Oost de 3 spelen en mag de slag niet nemen met bijvoorbeeld B of H.
In het voorbeeld kan Zuid dus eigenlijk de uitkomst het best accepteren, want de slag loopt dan regelrecht in de
vork van Noord. Probleempje: Zuid moet zijn beslissing nemen vóór hij de hand van Noord gezien heeft.
Met alleen de Zuidhand in zicht lijkt het nog zo gek niet om een schoppenstart te verbieden.
Een uitkomst voor de beurt met een open kaart kan dus vervelend zijn voor de verdediging maar
ook voor de leider. Het best is zo'n situatie te voorkomen. Maar áls het gebeurt, roep dan de
arbiter even, want die heeft de kennis in huis om het probleem op te lossen.
Men zegt wel eens aan het slagenverloop te kunnen zien of de leider een sterkere of een zwakkere speler is.
Extreem gezegd: een beginnende speler maakt in een 3SA contract vaak de eerste 8 slagen en verliest
de laatste 5, terwijl een sterkere speler er voor zorgt dat hij de eerste 4 slagen verliest en
daarna de rest maakt. Deze 'wijsheid' illustreert hoe belangrijk het is om met het ontwikkelen
van slagen te beginnen, gebaseerd op een doordacht speelplan.
Pas wanneer je je extra slagen ontwikkeld hebt kun je je andere (vaste) slagen gaan oogsten.
14 | Contract 3SA Uitkomst: V | | | | | | | | | | | | De leider telt 8 vaste slagen: 4 in ruiten, 1 in harten en 3 in klaveren: één te kort.
Probleem is dat je na de hartenstart je enige dekking in de kleur kwijt bent. Wanneer je als leider
in paniek raakt en in hemelsnaam je 8 raapslagen oppakt, moet je aan het eind schoppen of harten
spelen, en je verliest dan 3 hartenslagen, A, en B.
Een ervaren leider telt zijn 8 vaste slagen, ziet dat er een 9e slag in Schoppen kan worden
gevonden, en speelt direct een kleine schoppen naar de Heer. OW maken de Aas en kunnen daarna
nog 3 harten slagen oprapen, maar dat is dan ook alles. Die vlieger gaat niet op als de harten 5-3
verdeeld zitten, maar daar is toch geen kruid tegen gewassen.
| | De leider telt 8 vaste slagen: 4 in ruiten, 1 in harten en 3 in klaveren: één te kort.
Probleem is dat je na de hartenstart je enige dekking in de kleur kwijt bent. Wanneer je als leider
in paniek raakt en in hemelsnaam je 8 raapslagen oppakt, moet je aan het eind schoppen of harten
spelen, en je verliest dan 3 hartenslagen, A, en B.
Een ervaren leider telt zijn 8 vaste slagen, ziet dat er een 9e slag in Schoppen kan worden
gevonden, en speelt direct een kleine schoppen naar de Heer. OW maken de Aas en kunnen daarna
nog 3 harten slagen oprapen, maar dat is dan ook alles. Die vlieger gaat niet op als de harten 5-3
verdeeld zitten, maar daar is toch geen kruid tegen gewassen.
|
| Begin in een SA contract zo snel mogelijk aan de werkkleur. Raap pas daarna de vaste slagen op
Eérst zaaien, dán oogsten.. | |
Het clubleven in Frankrijk verschilt naar onze waarneming enigszins van het Nederlandse.
In Nederland wordt je lid van een club, schrijft in voor een bepaalde speelavond, en betaalt
daar een jaarcontributie voor. Als je bij die club op meerdere avonden gaat spelen, betaal je
meer contributie. Aan dat lidmaatschap zit dan vaak de verplichting vast om altijd
op die avond te komen opdagen. Als je een keer verhinderd bent moet je dat melden,
of een vervanger zoeken. Er komen echter ook clubs waar het meer vrijblijvend is om al
dan niet te komen spelen, of waar je zonder lid te zijn kunt aanschuiven.
In Frankrijk hoef je helemaal geen lid te zijn van een club om te komen bridgen. Bij de meeste clubs kun je op meerdere (mid)dagen terecht. Je betaalt dan een tafelgeld (iets van € 2,50 per speler) en niemand verwacht dat je de volgende week er weer zult zijn. Opperste vrijheid dus, je gaat spelen als je zin hebt en anders niet. In Frankrijk kan dat ook wat makkelijker want in Nederland is het nog steeds gangbaar dat daar een clubcompetitie in groepen met promotie en degradatie wordt gespeeld. Daarvoor is een tamelijk stabiele opkomst nodig. Geen promotie en degradatie binnen de club dus.
Hoe gaat dat nou, spelen op een club?
Natuurlijk begin je met na te vragen op welke dag, en hoe laat er gespeeld wordt;
meestal is dat om 14.30. Vervolgens meld je je een kwartiertje te voren aan. Je betaalt
je tafelgeld en krijgt te horen welke 'tafel' je bent: bv 4 Oost-West, 9 Noord-Zuid.
Alle tafels zijn genummerd. Ergens op de muur staat meestal wat Noord is, en soms staat
het ook op de tafel. Daar ga je in de opgegeven richting zitten. Op een gegeven moment
verschijnen de tegenstanders. Uiteraard worden elke keer dat je elkaar voor het eerst op
een dag tegenkomt een handen gegeven; ze kunnen er geen genoeg van krijgen. Op tafel liggen
2, 3 of 4 plastic étuis met kaarten. Pas als de tegenstanders zijn gearriveerd wordt begonnen
met het schudden van de kaarten. Er kunnen soms nog wijzigingen komen in de opstelling maar op
een gegeven moment geeft de wedstrijdleider het teken dat kan worden begonnen met spelen. Je
pakt de voor jou bestemde kaarten uit het etui, en het bieden gaat beginnen. Daarvoor maak je
gebruik van een biddingbox. Daarin zitten kaartjes met de biedingen die je kunt doen, ook
voor pas, doublet en redoublet. In het begin is dat een beetje vreemd, maar al snel zul je
zien hoe makkelijk dat is, want tijdens de hele biedperiode blijven de kaartjes op tafel
liggen en kun je makkelijk recapituleren wat is geboden. Als er 3x gepast is betekent dat
het einde van de biedronde. De kaartjes blijven nog even liggen tot de (gedekte) uitkomst gedaan is,
en dan is er eventueel gelegenheid tot het stellen van vragen over conventies e.d.
Degene die moet uitkomen kiest een kaart en legt die 'dicht', dus met de beeldzijde omlaag, op
tafel. Partner zegt dan 'ja' (of nee, als niet jij maar hij moest uitkomen) en dan kun je je
kaart omdraaien. De dummy etaleert zijn kaarten en de leider gaat het spel afspelen. Na het
spelen blijven de kaarten nog even in de stand gemaakt/niet gemaakt liggen om tot
overeenstemming over het resultaat te komen; daarna ze weer in het étui. Zuid schrijft het
resultaat op het scorebriefje; dat zit in een vakje onder het étui. Zo worden alle spellen
voor die ronde afgewerkt. Een ronde duurt meestal 15-30 minuten; dat hangt er van af of er
2, 3 of 4 spellen per ronde worden gespeeld. Meestal wordt de verstreken tijd op een
videoscherm getoond zodat je weet hoeveel tijd er nog is. Aan een kleine tijdsoverschrijving
wordt meestal niet zo zwaar getild, maar dat moet wel weer ingehaald worden, anders zou een
wedstrijd teveel gaan uitlopen.
Na het einde van de ronde geeft de Wedstrijdleider het sein om te wisselen. Op vrijwel alle
clubs blijven Noord-Zuid (de hele middag) aan dezelfde tafel zitten. Oost-West blijven wel
Oost-West maar gaan een tafel omhoog (als ze aan 4 begonnen, moeten ze nu naar 5) en NZ moeten
de spellen een tafel omlaag brengen. Wel even opletten: soms moet halverwege een tafel
worden overgeslagen; de wedstrijdleider zegt dat altijd: Sauter une position.
Zo worden een aantal ronden gespeeld, en tegen zes uur volgt meestal de aankondiging dat de
laatste ronde gespeeld wordt. In de laatste ronde begint de secretaresse of wedstrijdleider
de score briefjes uit de étuis te halen en gaat de scores invoeren in de computer zodat
meestal binnen 5 minuten na afloop de resultaten op de videoschermen te zien valt.
Meestal volgt dan een 'stofwolk' en is iedereen plotseling verdwenen. Het op Nederlandse
clubs zo populaire après-bridge bestaat in Frankrijk maar minimaal. Dat zal wel te maken
hebben met het feit dat de wedstrijden meestal op de middag gespeeld worden en tot een uur
of 6 duren. Daarna moet natuurlijk iedereen snel naar huis om te eten.
Elke club organiseert af en toe wel iets leuks. Op de 2e resp 4e zondag van de maand organiseren de clubs in
Pézenas en Béziers een wedstrijd (resp genoemd naar Molière en Paul Riquet) gespeeld en daarna is
gelegenheid voor sociaal verkeer met apéro en snack. bij BC Narbonne is het al niet anders.
Dat is een grote en succesvolle club waar heel veel sportieve en sociale evenementen worden
gehouden. Het bekendst is wel de jaarlijkse Challenge Grand Sud (medio juni) waar zowel Open
als Mixte paires uit Frankrijk en daarbuiten komen spelen.
Veel clubs doen verder mee aan de landelijke Simultané wedstrijden. Daarbij worden in heel
Frankrijk op hetzelfde moment identieke spellen gespeeld. Na afloop krijg je een
toernooiboekje mee met spelcommentaar. Uiteraard wordt er naast de ranglijst op de club
ook een landelijke uitslag gemaakt. Die is, zoals ook alle clubuitslagen, op de website
van de FFB na te lezen. Vooral de Simultané Roy René is uitermate populair, omdat daarin
vooral spellen met een 'leermoment' worden opgenomend. In Béziers wordt die elke eerste donderdag
en elke 4e woensdag van de maand gespeeld.
Voor al deze toernooien geldt dat het vooral leuk wordt als je een enigszins
gevorderde bridger bent, maar gevorderd bridger wordt je alleen door véél te spelen.
Maar ook voor de beginnende bridger is er op franse clubs
een heleboel leuks te doen. Wij vinden vooral dat het een uitstekende manier is om
onder de Fransen te komen en de sociale contacten in die richting te verstevigen.
Bepaal het correcte bod.
15 | W
| N
| O 1 | Z ? |
|
|
| | Wat wordt het? | Wat wordt het? | 1. Een volgbod op 1-niveau belooft een goede vijfkaart. Wanneer de tegenpartij
toch een contract gaat spelen, weet partner tenminste wat hij moet starten |
16 | W
| N
| O 1 | Z ? |
|
|
| | Wat wordt het? | Wat wordt het? | 1. Je hebt de puntenkracht voor een openingsdoublet, maar niet de gewenste
verdeling. Als je doubleert en partner biedt schoppen, ben je in de aap gelogeerd.
Een doublet belooft steun voor alle kleuren en (dus) kort in de openingskleur |
17 | W 1 | N 1 | O pas | Z ? |
|
|
| | Wat wordt het? | Wat wordt het? | Pas. Wel wat punten, geen steun voor partners kleur en zelf geen goede
kleur (vijfkaart). Als 1 geen goed contract is, maakt verder bieden dat
alleen maar erger. Partner zal toch wel weten wat hij doet? En je start eventueel met
7? |
18 | W 1 | N 2 | O pas | Z ? |
|
|
| | Wat wordt het? | Wat wordt het? | 2. De regel dat het bieden van een nieuwe kleur steun ontkent geldt niet als je
een hoge kleur biedt. Dat betaalt beter en heet contractverbetering. En áls dit mis dreigt te gaan
kan altijd nog naar 3 gevlucht worden |
19 | | HVB4
|
| | | N W --|-- O Z | | | 1083
|
| |
|
| Hoeveel slagen kun je in deze kleur ontwikkelen? | Hoeveel slagen kun je in deze kleur ontwikkelen? | 3. Je verliest alleen de Aas. | HVB4
|
| 1083
|
| | | | HVB4
|
| 1083
|
| | | |
20 | | AV93
|
| | | N W --|-- O Z | | | B104
|
| |
|
| Hoeveel slagen kun je in deze kleur ontwikkelen? | Hoeveel slagen kun je in deze kleur ontwikkelen? | 2 of 3. Je bent afhankelijk van het zitsel. Als West de Heer heeft kun je 4 slagen maken
Zit de Heer bij Oost maak je maar 3 slagen. Omdat A al een vaste slag was, zijn er dus
2 of 3 slagen te ontwikkelen. | AV93
|
| B104
|
| | | | AV93
|
| B104
|
| | | |
21 | | AH96
|
| | | N W --|-- O Z | | | 873
|
| |
|
| Hoeveel slagen kun je in deze kleur ontwikkelen? | Hoeveel slagen kun je in deze kleur ontwikkelen? | Eén of nul. Je kunt de vaste slagen AH maken. Maar als de harten 3-3 verdeeld zijn wordt
de 4e harten van Noord een slag. Als ze daarentegen 4-2 zitten ga je waarschijnlijk geen
enkele extra slag ontwikkelen. | AH96
|
| 873
|
| | | | AH96
|
| 873
|
| | | |
22 | | 874
|
| | | N W --|-- O Z | | | VB10932
|
| |
|
| Hoeveel slagen kun je in deze kleur ontwikkelen? | Hoeveel slagen kun je in deze kleur ontwikkelen? | 4. Je moet Aas en Heer verdrijven maar daarna is het oogsttijd. Je houdt in Zuid
4 schoppen over en die worden allemaal een slag. | 874
|
| VB10932
|
| | | | 874
|
| VB10932
|
| | | |
| | | |
|